Duurzaamheid is als een ecosysteem:
Altijd anders, daarom sterk.

Zo door de tijd heen zijn er veel opvattingen geweest over architectuur. Wat is mooi? Gotiek, renaissance, barok, Amsterdamse school? Maar nu is ook de vraag wat is duurzaam? Demontabel, bio-based, high-tech?

16 september 2019

Duurzaamheid is als een ecosysteem:
Altijd anders, daarom sterk.

Zo door de tijd heen zijn er veel opvattingen geweest over architectuur. Wat is mooi? Gotiek, renaissance, barok, Amsterdamse school? Maar nu is ook de vraag wat is duurzaam? Demontabel, bio-based, high-tech?

16 september 2019

Vaak hebben we de neiging om all-in te gaan. Met de volle overtuiging voor één uitwerking. Het lijkt de kunst om het hele gebouw demontabel te maken en alles met lease contracten aan te schaffen, óf het hele gebouw uit biobased materialen op te bouwen, óf het gehele binnenleven hermetisch af te sluiten om vervolgens alles te regelen met apparaten en sensoren. Ergens in ons blijft toch die monocultuur gedachtegang spelen: een gewas tot zo ver het oog kan rijken zo efficiënt mogelijk laten groeien & bloeien.  Maar is een evenwichtig ecosysteem niet veel veerkrachtiger dan een monocultuur?

Hoewel ik een echte aanjager van circulariteit ben, vind ik het niet om aan te zien als er weer geprobeerd wordt om hele woningblokken demontabel te maken. Constructie, gevel, binnenwanden, alles is demontabel. Zodat we het over 10 jaar weer ergens anders kunnen gebruiken. Want dat is circulair. Maar woningen hebben we toch altijd wel nodig? En we zijn ook geen nomadenvolk. Waarom moet het hele gebouw dan makkelijk demontabel zijn? Het interieur, daarentegen, wil ik maar al te graag super demontabel hebben. Binnenwanden, leidingen, afwerkingen, badkamers en keukens die je makkelijk kan aanpassen of vervangen, zodat je zonder grote verbouwing een “extreme home makeover” kan doen. Ja, daar zou ik echt blij van worden. Het liefst in zo’n mooi oud gebouw die er al 100 jaar staat en die door zijn rijke architectuur nog steeds onze harten steelt.

Er zijn veel gedachtegangen over wat duurzaamheid is. En ze zijn allemaal 100% waar, maar wat mij betreft niet als we ze 100% toepassen. Het is net als een veerkrachtig ecosysteem. Alles met elkaar en door elkaar maakt het duurzaam.  Een wereld met alleen bomen is echt niet uit te houden, hoe duurzaam we deze toppers ook vinden. Dit geldt ook voor architectuur.

Demontabel bouwen

Demontabelheid kent twee takken wat mij betreft. Ten eerste demontabel voor recycling omdat het product niet meer voldoet terwijl de rest nog wel voldoet. Later meer over recycling. Hieronder vallen producten die relatief snel technisch of modieus verouderd zijn (5 à 20 jaar). De kozijnen, installaties, wand- en vloerafwerkingen. Ten tweede demontabel voor herlokalisering omdat het product nog wel voldoet maar niet op deze plek (hergebruik). Hier zie ik de producten onder vallen die als een legosteentje kunnen functioneren. Technisch niet hoogstaand, maar met een grote behoefte aan veranderbaarheid. Zoals binnenwanden en leidingen bijvoorbeeld. Deze zouden het ook goed doen met een lease contract.

Wat mij betreft geldt de gemakkelijke demontabelheid niet voor constructies en gevels. Die voldoen voor lange tijd. Het demontabele feestje speelt vooral binnen af. Een interieur dat altijd voldoet, een altijd passend maatpak.

Installatie techniek

Installaties bieden veel oplossingen om dingen efficiënt te laten werken. Maar hoe ver ga je? De installaties kosten vaak veel materiaal, het gebruikt veel energie, het vraagt veel onderhoud en het verouderd qua techniek & wetgeving. Nu zitten installaties vaak verspreid door het gebouw en vervlochten met verschillende gebouwonderdelen, wat onderhoud lastig maakt. Mede hierdoor zijn sommige mensen ook voorstander van installatieloos bouwen. Het liefst zie ik dat alle installaties voor een gebouw geclusterd zijn in één product. Een soort Tesla te midden van je woning. De rest kan dan lekker simpel zijn en lang mee gaan.  Een voordeel van een ‘Tesla’ is ook dat hij van de lopende band af komt en daarom voor iedereen hetzelfde is, wat onderhoud makkelijk maakt. Het is een compleet product waarin alle functies efficiënt op elkaar zijn afgestemd waardoor minder materiaal nodig is. Je kan een tijdelijke leen-Tesla inpluggen wanneer die van jou voor een APK bij de monteur is.

De bekende functies als water, warmte en electra zijn hier geregeld. Maar denk ook aan automatische afvalscheiding, regenwaterzuivering en de drone-ladingsbaan. We mogen creatief zijn. Zolang de installaties maar niet versnipperd en vervlochten in het gebouw zitten.

Low-Tech

De tegenhanger van al die installaties, het oude en vertrouwde low-tech, is net zo relevant. Bijvoorbeeld, het beroemde paper-less gaat zijn doel voorbij op een 4-daags festival. Dan is een papieren programmaboekje efficiënter dan continue op je telefoon te moeten kijken waardoor die weer snel leeg raakt.

Low-tech oplossingen zijn er voor zaken die gewoon standaard opgelost moeten worden. We weten nu al dat we in de winter te koud en in de zomer te warm hebben in huis. Jaar in, jaar uit. Als we daar continue met installaties tegenop blijven boxen, zijn we niet efficiënt bezig.

Zelf streef ik naar goede oriëntatie van gebouwen ten opzichte van de zon en de wind, voldoende massa in de gevel  en voldoende natuurlijk diffuus licht uit het noorden.  Daarnaast zou het mooi zijn als gebouwen een hele simpele low-tech wijze krijgen van een basis verwarming en basis koeling zonder ingewikkelde systemen.  Daarbovenop kunnen persoonlijke of tijdelijke nuanceverschillen met installaties worden opgelost.

Lange levensduur

De consumptiemaatschappij heeft er voor gezorgd dat onze producten een kortere levensduur hebben gekregen. Wanneer een product twee keer zo lang mee gaat, heb je 2x zo weinig energie en materiaal nodig. Hoe moeilijk wil je duurzaamheid maken? We moeten er dus voor zorgen dat we weer langer van onze producten kunnen genieten. Dat geldt voor telefoons, maar ook voor badkamers, keukens etc. Hoe lang een product mee kan verschilt.

Echter, als iets technisch of modieus is verouderd dan moet je het niet kosten wat het kost in leven houden omdat je het niet wil weggooien. Dan is het beter om het product weer in de cirkel te krijgen. Een oude telefoon weggestopt in een lade bijvoorbeeld. Fijn dat je geen afval produceert, maar we komen nu wel grondstoffen te kort om iets te maken wat wel relevant is. Sommige gebouwen zijn technisch van zulke lage kwaliteit dat het beter is als je verantwoord de materialen weer in de cirkel brengt en daar weer een gebouw van maakt die aansluit op de vraag.

Omdat producten allemaal verschillende levensduren hebben doe je er goed aan om deze zaken van elkaar te scheiden dat ze op hun eigen ritme kunnen cirkelen. Het interieur verandert sneller dan de gevel en de constructie. Het interieur moet blijven aansluiten om de nieuwe gebruiker die elke 5 jaar iets anders wil. Een gevel maak ik het liefst voor de lange levensduur. Daar moet cultuur in zitten en aansluiten op de stedenbouw, we moeten er van gaan houden. Maar uiteindelijk wordt ook deze weer afgebroken en moet in de cirkel terug gebracht kunnen worden

Product as a service

Zelf ben ik erg enthousiast over deze nieuwe ontwikkeling, maar ook hier biedt het niet voor ieder gebouwonderdeel een oplossing. Een constructie die lang meegaat en weinig onderhoud heeft, is geen business voor een servicemodel. De ‘Tesla’ waar ik het net over had (installaties) vind ik hier wel voor geschikt. De bewoner heeft waarschijnlijk geen idee van alle techniek, die regelmatig onderhouden en geüpdatet moet worden. Zij zouden dus erg geholpen zijn bij een service model. Ook in de demontabele binnenwanden zie ik wel een goed business model. Een legosteentje waarmee binnenwanden in alle vormen gemaakt kunnen worden. In alle gebouwen hetzelfde steentje. De ene keer wil Jantje wat meer, de andere keer Pietje wat minder binnenwanden. Een landelijke uitwisseling van legosteentjes.

Maar ‘product as a service’ is niet het enige model om materiaal in de cirkel te houden. Het eeuwenoude inkopen en verkopen model blijft relevant.  Het enige wat we nodig hebben om dit circulair te maken is dat er bedrijven moeten opbloeien die het bestaande materiaal als input van hun business hebben.  We hebben geen enkel probleem om koperen producten in de cirkel te houden omdat het geld oplevert. Waar is de partij die standaard oude deuren opkoopt, ze opschuurt, eventueel een stuk verlengt om aan de nieuwe eisen te voldoen en weer als nieuw verkoopt? Daarvoor hoeft hij echt niet continue eigenaar te blijven van de deur, met een service model.

Recyclebaar

Voor mij is dit toch een soort basis. Alles moet uiteindelijk recyclebaar of composteerbaar zijn. Punt. Voor minder doen we het niet. Van iets dat lang mee gaat tot iets dat maar kort mee gaat en iets dat 10 x hergebruikt wordt, alles moet uiteindelijk terug gebracht worden naar zijn kleinste element zodat we er weer wat nieuws en relevants van kunnen maken van gelijke kwaliteit. Hiervoor moeten we kritisch zijn op de materiaal- en detailkeuzes die we als architecten en ontwerpers maken. Hoewel recylebaarheid het eerste is wat we wat mij betreft moeten oplossen, is het de laatste loopbaan voor een product.  Eerst het product zo lang mogelijk in het systeem houden door middel van reparaties of aanpassingen.

Bio-based

Een gebouw bestaat uit twee materiaaltypen. bio-based (hout, plantaardig) en mineral-based (gesteenten, metalen). Bio-based is snel hernieuwbaar en mineral-based is eindig maar goed herbruikbaar/recyclebaar in een technische kringloop. In beide gevallen moeten we streven naar een balans. Je kan niet bio-based materialen blijven nemen als je de aarde niet hetzelfde volume terug geeft in de vorm van mest. Maar ook miniral-based moeten we zelfvoorzienend worden. Alles wat we gedolven hebben moet vanaf nu gaan cirkelen.  Beide materiaalvoorzieningen moeten in harmonie naast elkaar toegepast worden. Alles bio-based trekt de aarde niet, want het is geen legbatterij. Alles miniral-based is niet mogelijk omdat we dan geen aarde meer overhouden. Uiteindelijk gaat het natuurlijk ook om überhaupt minder materiaal te gebruiken.

Tiny houses

Dit vind ik ook een interessante ontwikkeling. De boekhandels liggen vol met boeken over ontstressen en ontspullen. We willen weer uit de hectiek stappen. In de architectuur is de Tiny House beweging daar de reactie op. Misschien dat de Tiny House voor veel mensen echt nog een stap te klein is. Maar er zit wel waarheid in. We kunnen niet circulair worden in Nederland als we zo groot blijven wonen en werken. Kan nu niet, kan morgen niet. Er zijn 7,7 miljoen woningen (2017) en er is een vraag naar extra 800.000 woningen in 2030 (link). Dan kan er opeens 320.000.000.000 kg aan circulair materiaal uit de hemel vallen. Of iedereen moet ongeveer 10% kleiner gaan wonen. 90 m2 ipv 100 m2.  Als we meer woningen nodig hebben, moeten we kleiner gaan wonen. Vaak worden Tiny Houses geplaatst in landelijke gebieden. Zelf ben ik meer voorstander van de stedelijke Tiny House. Zodat je geen studeerkamer nodig hebt, omdat je in de bieb kan zitten. Omdat je geen logeerkamer nodig hebt, omdat er een B&B is. De kracht van de tiny houses zit hem ook in de sterke architectuur. Een kleine woning is al snel beknellend als het niet goed ontworpen is.  Een mooie uitdaging voor architecten.

Vergroenen

De stad moet veel rijker qua groen. Voor een aangenamer klimaat, ontstressen van zijn bewoners, het verrijken van dieren en insecten en het in balans houden van alle CO2 die wij zo nodig moeten produceren. In de straten kunnen nog tal van tegels wijken voor groen. En ook een goed gemaaid grasveld mag wel wat rijker door verschillende bloemen en kruiden te zaaien of struiken te planten. Een gebouw komt ook mooier tot zijn recht, vind ik, als hij niet land op een strakke bestrating, maar in een groene border. Groen is voor mij een echte ontwerptool voor architectuur  net als stenen, ramen en afwerkingen.

De stad is ook een ideale plek voor een divers palet aan flora en fauna. Door de aanwezigheid van gebouwen zijn er tal van microklimaten ontstaan. Door zijn loef- en lijzijde, zijn zon- en schaduwzijde.  Door zijn nisjes en overstekjes.  Er hoeft geen mm natuur verloren te gaan bij een bouwproject als je het dak als 2e maaiveld wordt gebruikt. Belangrijk is natuurlijk ook hoe we zorgen voor een goed watersysteem hiervoor.

Maar groen kan ook zijn doel voorbij gaan. Een strak gemaaid grasveld draagt niet veel bij aan een rijk ecosysteem. Niet-inheemse planten moeten we proberen te vermijden. Een bomenlaan met alleen eiken geeft ook geen veerkrachtig systeem en zorgt alleen voor jeuk als die eikenprocessierups er weer is.

VR/AR

Hoe zou het zijn als we geen wandafwerkingen en tierelantijntjes meer nodig hebben om het in huis gezellig te maken omdat onze AR (augmented reality) bril dit sausje er overheen giet? Data is super flexibel. Wil je geen groene muren meer, maar blauwe? Simpel. Er is geen materiaal verloren gegaan alleen de data is aangepast. Ondertussen kijk ik wat rond ik mijn stedelijke tiny house. Ik beeld me in dat ik de vloer zonder enige moeite kan veranderen in een lichte eikenhouten vloer. Ik ben al verkocht. Maar hoe veel energie vreet die bril en vooral alle datacentra die hiervoor nodig zijn? Ik ben benieuwd naar de ontwikkelingen op dit gebied, we wachten nog even af.

Er zijn dus veel zaken die van belang zijn voor een duurzaam gebouw. Maar dit is moeilijk vast te leggen in normen en certificaten omdat een oplossing soms wel duurzaam is en soms overbodig of soms zelfs niet duurzaam is.  Hoe je er dan voor moet zorgen dat we ons boeren duurzame verstand dan toch gebruiken? Spelregels. De overheid moet de juiste conditie scheppen zodat duurzaam spelen de manier wordt om het spel te winnen.  Dat is het niveau waarop we moeten nadenken, de rest moeten we laten gebeuren.

Contact Us

Vragen of ideeën? Ik hoor graag van u!